De inflatie in oktober komt uit op -0,4 procent, dat blijkt uit een snelle raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Volgens de berekening zijn de prijzen ten opzichte van een jaar eerder niet duurder, maar juist goedkoper geworden. De voornaamste oorzaak is de energieprijs die zich vorig jaar nog op een hoogtepunt begaf door de oorlog in Oekraïne.
Hoewel de inflatie volgens de nog onvolledige berekening negatief lijkt, merken consumenten daar nog weinig van. Het CBS laat weten dat de inflatie zonder energie en motorbrandstoffen op 5,1 procent uitkomt. Dat is nog altijd fors boven de doelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB) om het percentage op een ‘gezond niveau’ van rond de 2 procent te krijgen. Dat pogen ze te bereiken door de beleidsrente te verhogen, die zich nu op een historisch hoog niveau van 4% bevindt.
Ondanks het vertekende beeld van de snelle raming lijkt de inflatie wel te dalen. De inflatie bedroeg in september zonder energie en brandstof 5,5 procent. Eerder dit jaar, in februari en maart, bevond het percentage zich op 8,1 procent. Mét inachtneming van de energieprijzen bedroeg de inflatie vorige maand ook al een vertekenende 0,2 procent.
De daling exclusief energie ten opzichte van een maand eerder betekent overigens niet dat de prijzen voor consumenten zijn gedaald ten opzichte van een maand eerder. De inflatie laat de prijsontwikkeling ten opzichte van dezelfde maand in het vorige jaar zien. Zo waren de prijzen voor voedingsmiddelen, dranken en tabak 8,7 procent hoger dan een jaar eerder. Een maand-op-maand vergelijking van het CBS laat zien dat prijzen in oktober gemiddeld 0,5 procent duurder waren dan in september.
Reinout de Jong is werkzaam als financieel journalist, hij schrijft teksten voor verschillende financiële websites en is na het afronden van zijn redactionele opleiding bezig met een bachelor in de Nederlandse taal.
Geef een reactie