Starten met beleggen is tegenwoordig erg gemakkelijk. Geen kennis en ervaring met beleggen? Of geen tijd om zelf de beurs in de gaten te houden? Dan is beheerd beleggen een optie. Wie kiest voor beheerd beleggen, hoeft niet zelf te beleggen. Maar laat dit over aan experts. Wel is er een beleggingsrekening nodig. Op zoek naar een beheerd beleggen beleggingsrekening? Start direct met vergelijken en ontdek zo de verschillen in voorwaarden, service en kosten.
Wie zelf belegt, bepaalt zelf waarin en hoe hij belegt. Via een bank of broker wordt er een account aangemaakt dat toegang geeft tot het handelsplatform. Vervolgens kiest de belegger zelfstandig in welke beleggingsproducten, zoals aandelen, obligaties en ETF’s, hij belegt.
Laten beleggen is het tegenovergestelde van zelf beleggen. Wie kiest voor beheerd beleggen, geeft als het ware zijn geld uit handen. En dit geld wordt door de vermogensbeheerder beheerd en belegd. Vooraf worden er afspraken gemaakt over het beleggingsdoel en hoeveel risico de belegger wil lopen. Vervolgens kiest de specialist de beleggersportefeuille, passend bij het beleggersprofiel.
Zowel voor zelf beleggen als laten beleggen is er een beleggingsrekening nodig. Bij beheerd beleggen heeft de belegger altijd toegang tot deze rekening. Maar de beslissingen worden voor hem gedaan door een expert.
Beheerd beleggen kan op verschillende manieren. Dit zijn:
Welke vorm het meest geschikt is, hangt af van het inlegbedrag, het risicoprofiel en de wensen van de belegger.
Bij beheerd beleggen wordt het vermogen uit handen gegeven aan experts. Zo’n expert noemen we een vermogensbeheerder. Hij beheert letterlijk het vermogen. Voordat de experts beleggen, worden er allerlei afspraken gemaakt rondom het beleggingsdoel, een passend risicoprofiel, de mogelijke rendementen en wat de totale kosten zijn. Deze afspraken worden vastgelegd in een beleggingsplan.
Daarna gaat de vermogensbeheerder aan de slag. Hij verdeelt het geld in verschillende beleggingen, om zo het beleggingsdoel te bereiken. Meestal is er de keus uit een aantal modelportefeuilles. De belegger wordt op de hoogte gehouden van alle transacties, wijzigingen en ontwikkelingen. Starten met beheerd beleggen kan met een eenmalig bedrag of periodieke inleggingen.
Beheerd beleggen kan via een online broker of een bank. Een broker is een tussenpersoon tussen de beurs en de belegger. In opdracht van de belegger voert de online broker transacties uit. Brokers richten zicht uitsluitend op verantwoord beleggen. Een bank richt zich op veel meer financiële producten, zoals een betaalrekening, spaarproducten en leningen. Ook bieden sommige banken beheerd beleggen aan via een speciale bankrekening: de beleggingsrekening.
Wat de beste beleggingsrekening voor laten beleggen is, is niet zo makkelijk te zeggen. Het hangt van veel factoren af. Verantwoord beleggen kan op veel manieren en diverse banken bieden beheerd beleggen aan. Wat de beste bank is om te beleggen, hangt af van de eigen voorkeuren en wensen. Sommige mensen kiezen uit gemak voor de huisbank. Terwijl anderen op zoek gaan naar de laagste kosten.
Op het eerste gezicht lijken banken op elkaar. Toch is er een verschil. Een beleggingsrekening vergelijken maakt dit verschil duidelijk. Let daarbij op:
Risico en rendement gaan hand in hand. Alleen kijken naar behaalde rendementen is daarom niet handig. Een beleggingsrekening moet perfect aansluiten bij het beleggingsdoel en het risicoprofiel. Daarnaast spelen de kosten en voorwaarden mee.
Om een idee te geven van de verschillen, is de tabel hieronder samengesteld. Hierin staan een aantal populaire beleggingsrekeningen voor beheerd beleggen plus diverse kosten:
Afsluitkosten | Transactiekosten | Servicekosten | Fondskosten per jaar | Beheerkosten | Minimale inleg | |
ASN Doelbeleggen | €0,00 | 0,00% – 0,31% | 0,30% – 0,07% | 0,45% – 2,60% | – | €1 |
RegioBank Doelbeleggen | €0,00 | 0,04% – 0,23% | 0,30% – 0,07% | 0,90% | – | €20 |
SNS Doelbeleggen | €0,00 | 0,00% – 0,31% | 0,30% – 0,07% | 0,90% | – | €1 |
Brand New Day Modelbeleggen | €0,00 | 0% | 0,34% | 0,15% – 0,17% | – | €1 |
Knab Beheerd Beleggen | €0,00 | – | – | 0,30% – 0,45% | 0,50% – 0,60% | €1 |
Centraal Beheer Mixfondsen | €0,00 | 0,30% | – | 0,60% | – | €1 |
Rabobank Beheerd Beleggen Basis | €0,00 | – | 0,06% – 0,0025% (minimum €5,00 per kwartaal) | 0,15% | 0,09% – 0,10% | €1 |
ABN AMRO Begeleid Beleggen | €0,00 | 0,17% – 0,27% | 0,71% – 0,95% | 0,25% | €50 | |
Nationale Nederlanden Beheerd Beleggen | €0,00 | Zelf te berekenen via website | – | Zelf te berekenen via website | 0,82% | Eenmalig €1.000 of €50 per maand |
Evi Beheerd | €0,00 | – | – | 0,65% – 0,98% | 0,30% | €10.000 |
Rabobank Beheerd Beleggen Actief | €0,00 | – | 0,06% – 0,0025% (minimum €5,00 per kwartaal) | 0,25% – 0,35% | 0,14% – 0,16% (minimum €50,00 per kwartaal) | €20.000 |
ING Vermogensbeheer | €20,00 | Verwerkt in fondskosten | – | Zelf te berekenen via website | 0,10% – 0,65% | €50.000 |
ABN AMRO Vermogensbeheer | €0,00 | – | – | – | 0,97% – 1,39% | €50.000 |
Geld op de spaarrekening laten staan levert bij een lage spaarrente niks op. Bij een hoge inflatie wordt spaargeld juist minder waard. Veel mensen overwegen daarom om te starten met beleggen. Zodra de knoop is doorgehakt, komt de vraag: zelf beleggen of laten beleggen? Beide opties hebben zowel voor- als nadelen.
Wie zijn liquide middelen laat beleggen, heeft geen verstand nodig van beleggen. Iedereen kan zijn geld laten beleggen. Experts maken de beslissingen en houden de beurs nauwkeurig in de gaten. De belegger hoeft het laatste financiële nieuws niet te volgen, maar laat dit volledig over aan de vermogensbeheerder. Dit scheelt veel tijd en verkleint de kans op fouten. Bovendien belegt een vermogensbeheerder met een professionele strategie, waarbij rekening wordt gehouden met de aangegeven wensen, risico’s, rendement en beleggingsdoel.
Bij beheerd beleggen worden meerdere vermogens samengevoegd en het totale bedrag wordt belegd. Hoe groter dit bedrag, hoe meer spreiding er is. En spreiding verlaagt het risico.
Let op! Beleggen gaat altijd samen met risico’s. Ook bij beheerd beleggen. Vermogensbeheer is geen garantie op succes. Net zoals bij zelf beleggen kan het rendement tegenvallen en (een deel van) de inleg verloren gaan.
Laten beleggen heeft ook een aantal nadelen. Als eerste zijn dit de kosten. Laten beleggen kost – net zoals zelf beleggen – geld. Zelf beleggen is meestal goedkoper. Wie kiest voor beheerd beleggen moet rekening houden met diverse kosten, zoals beheerkosten. Hoe hoog de kosten zijn, hangt af van de gewenste inleg en de vermogensbeheerder. Soms geldt er een minimale inleg. Dit kan een vrij hoog bedrag zijn, dat verschilt per beheerder.
Daarnaast geeft de belegger bij beheerd beleggen het roer volledig uit handen. Hij heeft zelf geen grip op zijn beleggingen en zet geen eigen koers uit. Sommige mensen vinden dit een voordeel. Anderen houden liever de touwtjes in eigen handen.
Het is van belang dat de manier van beleggen past bij het beleggingsdoel en de persoonlijke, financiële situatie. Een adviseur kan hier eventueel bij helpen.
Beheerd beleggen is een optie voor mensen die willen beleggen, maar hier zelf geen tijd, kennis of interesse in hebben. Wie zijn geld laat beleggen, hoeft geen beslissingen te maken over een goede spreiding of andere lastige keuzes te maken. Dat doet de vermogensbeheerder. Beheerd beleggen brengt veel gemak met zich mee. Maar dit is niet gratis.
Vermogensbeheer is geschikt voor iedereen die:
Bij het openen van een beheerd beleggingsrekening geeft de klant aan hoeveel hij wil inleggen, wat het doel is op welke termijn en hoeveel risico hij wil lopen. Na het invullen van deze vragen, krijgt de klant een beleggersprofiel. Soms is het mogelijk zelf te kiezen uit:
Het risicoprofiel bepaalt de verhouding tussen beleggingsproducten, zoals aandelen en obligaties. Een offensief profiel bevat bijvoorbeeld een groter aandeel aandelen. Een defensief profiel bestaat daarentegen voornamelijk uit obligaties.
Daarna zijn er een aantal persoonsgegevens nodig, zoals:
Na de aanvraag stuurt de bank een bevestigingsmail en worden alle gegevens gecontroleerd. Is alles in orde? Dan wordt de beleggingsrekening geopend en het profiel gekoppeld aan bepaalde fondsen en portefeuilles van de beheerder.
De minimale leeftijd voor beleggen in 18 jaar. Ook is het nodig een bankrekening te hebben, soms bij dezelfde bank.
Sommige banken hanteren een minimale (eenmalige) inleg. Maar dat is niet altijd zo. Bij een aantal banken is het mogelijk de inleg zelf te bepalen. Dit is een eenmalig of maandelijks bedrag. Of een combinatie hiervan.
Beleggen is nooit zonder risico. Over het algemeen geldt: hoe hoger het rendement, hoe groter het risico. Wie kiest voor beheerd beleggen, heeft meestal de keus uit verschillende risicoprofielen:
Zo’n risicoprofiel geeft aan hoeveel risico de belegger bereid is te lopen. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Samen met de vermogensbeheerder wordt een passend risicoprofiel gekozen. Wie kiest voor een defensief profiel, wil ’t liefst zo min mogelijk risico lopen. Een offensief risicoprofiel houdt daarentegen meer risico – en mogelijk een hoger rendement – in.
Het risicoprofiel bepaalt hoe de beleggingsportefeuille wordt samengesteld. Bijvoorbeeld de mix tussen aandelen en obligaties.
Elk jaar kijkt de vermogensbeheerder of het profiel nog aansluit bij de wensen en persoonlijke situatie van de belegger. Naarmate het beleggingsdoel dichterbij komt, verandert het risicoprofiel vaak en zal er minder risico worden genomen. Dit heet risicoafbouw.
Geld laten beleggen is geen garantie op rendement. De waarde van de beleggingen kan wisselen. Een vermogensbeheerder kan geen succes garanderen. Niemand weet hoe de beurs zich precies zal ontwikkelen. De beheerder belegt volgens de gemaakte afspraken.
Wie zijn geld laat beleggen, maakt van te voren afspraken over het beleggingsdoel en de risico’s. De vermogensbeheerder houdt zich aan deze afspraken. Wanneer de beheerder dat niet doet en daardoor financiële schade ontstaat, is het mogelijk een klacht in te dienen. Dit kan alleen als de vermogensbeheerder de gemaakte afspraken en regels niet nakomt.
Als een bank failliet gaat en de bank valt onder de Nederlandse Depositogarantie, dan zijn tegoeden tot € 100.000 beschermd. Niet alle bankproducten vallen onder deze garantie. Tegoeden op een beleggingsrekening zijn beschermd. Maar geld belegd in beleggingsproducten, zoals aandelen, niet.
In dat geval is het beleggerscompensatiestelsel van toepassing. Als de bank of beleggingsonderneming onder dit stelsel valt, wordt maximaal € 20.000 vergoed. Banken en andere beleggingsondernemingen moeten het vermogen van hun klanten scheiden van het eigen vermogen. Hierdoor kunnen beleggers alsnog bij hun geld als de financiële instelling failliet gaat. Dit noemen we vermogensscheiding.
Geld op een spaarrekening laten staan is veilig, maar levert met een lage spaarrente niks extra’s op. Beleggen kan een hoger rendement opleveren. Daar staat het risico op verlies tegenover. De keuze sparen of beleggen heeft daarom alles te maken hoeveel risico iemand wil lopen en of het geld op de beleggingsrekening een lange tijd gemist kan worden.
Het Nibud adviseert om altijd eerst een financiële buffer aan te leggen. Het geld dat daarna ‘over’ is kan eventueel belegd worden. Het is belangrijk om op te hoogte te zijn van de risico’s van beleggen. Een hoger rendement is nooit gegarandeerd en (een deel van) de inleg kan verloren gaan. Ook bij beheerd beleggen.
Beleggingen horen bij het vermogen en over het belegde vermogen heft de Belastingdienst belasting. Dit heet de vermogensbelasting. Over een deel van het vermogen hoeft nooit belasting betaald te worden: het heffingsvrije vermogen. Voor 2023 is dit € 57.000 zonder fiscaal partner en € 114.000 met fiscaal partner.
Tot voor kort rekende de Belastingdienst met een fictief rendement. Onlangs heeft de Hoge Raad besloten dat deze manier van rekenen niet redelijk is en dat het kabinet moet rekenen met de werkelijke rendementen. Tot op heden is er nog geen oplossing gevonden.
Beheerd beleggen kost geld. Elk jaar wordt er een vast bedrag en/of een vast percentage van het belegd vermogen afgedragen. Dit noemen we beheerloon. Hoe hoog deze kosten zijn, verschilt per vermogensbeheerder. Ook zijn er soms extra kosten, zoals een vergoeding voor de beleggingsrekening of transactiekosten. Het is niet altijd duidelijk welke kosten zijn inbegrepen of niet. Wat de precieze kosten zijn, is lastig te zeggen. De kosten hangen af van de vermogensbeheerder en de inleg en dat is voor iedereen anders. Daarom is het slim een aantal beleggingsrekeningen te vergelijken.
Beleggen is niet gratis. Zowel bij zelf beleggen als bij beheerd beleggen komen er kosten kijken. En deze kosten drukken het rendement. De kosten zo laag mogelijk houden, dat is belangrijk. Over het algemeen is zelf beleggen de goedkoopst optie. Maar dat hangt onder meer af van het aantal transacties en in welke beleggingsproducten er wordt belegd. Vermogensbeheer klinkt duur. Toch is beheerd beleggen niet alleen geschikt voor grote vermogens. Beheerd beleggen kan ook met kleine bedragen of door middel van periodiek inleggen. De vermogensbeheerder rekent eenmalige en doorlopende kosten, zoals beheerloon. Deze kosten worden uitgedrukt in een vast bedrag of een vast percentage.
Beide opties zijn er. Een vermogensbeheerder kan een persoon zijn, waarmee persoonlijk contact wordt gehouden. In dat geval is het mogelijk om een fysieke afspraak te maken om samen te overleggen. Maar vermogensbeheer kan ook geheel online. Dit heet online vermogensbeheer en is volledig geautomatiseerd.
Wie start met beheerd beleggen, krijgt de vraag om een beleggersprofiel in te vullen. Zo’n profiel heet ook wel risicoprofiel, en geeft de verhouding tussen risico en rendement weer. De belegger beantwoordt verschillende vragen omtrent kennis en ervaring, het beleggingsdoel (bijvoorbeeld een aanvullend pensioen, studie voor een kind of vermogensopbouw), hoe lang het geld gemist kan worden, wat de financiële situatie is (vermogen, inkomen en schulden) en hoeveel risico de belegger wil lopen. Op basis van de antwoorden stemt de vermogensbeheerder het beleggersprofiel af op de belegger. De 3 hoofdprofielen zijn: defensief (laag risico), neutraal (gemiddeld risico) en offensief (hoog risico).
Vooraf bespreekt de vermogensbeheerder met de belegger de financiële situatie, het beleggingsdoel en de wensen. Op basis van deze informatie bepaalt hij het beleggersprofiel en de beleggingsstrategie. De gemaakte afspraken worden zwart op wit gezet in een overeenkomst. Daarna opent de vermogensbeheerder een beleggingsrekening op naam van de klant en kiest en koopt hij beleggingen, die passen bij het doel, de inleg en het risico. Daarna rapporteert hij regelmatig naar de klant wat de ontwikkelingen in de financiële markten van de beleggingen zijn. Is de waarde gestegen of juist gedaald? Welke transacties zijn er gedaan? Ook checkt de vermogensbeheerder regelmatig of het beleggersprofiel nog aansluit bij de wensen en doel van de klant. Zo niet? Dan (her)verdeelt hij de beleggingen.