In vijf jaar tijd is het percentage kinderen dat hun zakgeld digitaal krijgt, flink toegenomen. Dat blijkt uit onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) en de Nederlandse bank Rabobank. Ook ontvangen kinderen steeds meer zakgeld.
Digitaal bankieren speelt een steeds grotere rol in de financiële opvoeding en ook kinderen ervaren dit. In 2023 heeft meer dan de helft van de kinderen een kinderrekening of jongerenrekening waartoe ze zelf toegang hebben. Tegelijkertijd hebben ouders er minder vertrouwen in dat hun kind veilig met de eigen betaalpas en pincode omgaat. Nibud benadrukt in het onderzoek dan ook hoe belangrijk het is dat ouders met hun kinderen praten over geldzaken.
Ouders geven aan dat het voor hen eenvoudiger is om het zakgeld op een vast moment te geven als ze dit digitaal doen. In bankapps kunnen immers automatische overboekingen worden ingesteld. Ouders volgen bovendien het voorbeeld van andere ouders. Als de één overgaat op digitaal zakgeld, doen andere ouders dit ook sneller, blijkt uit het onderzoek.
Het aandeel kinderen dat hun zakgeld contant ontvangt, wordt daardoor steeds kleiner. In 2018 kreeg 77% van de 8- en 9-jarigen hun zakgeld nog contant. In 2023 is dit gedaald naar 49%. Daarnaast krijgt 28% van hen het geld volledig digitaal tegenover 15% in 2018. Het overige deel van de kinderen (22%) ontvangt het zakgeld in 2023 zowel contant als digitaal. Vijf jaar geleden was dat nog slechts 8%.
Voor kinderen van 10 en 11 jaar oud vindt vrijwel dezelfde ontwikkeling plaats. In 2018 kreeg 62% van hen het zakgeld alleen contant. In 2023 is dat gedaald naar 48%. Ook krijgen ze het zakgeld steeds vaker alleen digitaal of zowel contant als digitaal.
Ook de groep van 6- en 7-jarigen ontvangt steeds minder vaak contant zakgeld. Vanwege de tastbaarheid van geld is dit percentage wel aanzienlijk hoger dan in de andere leeftijdsgroepen. 72% van hen ontvangt alleen contant zakgeld tegenover 77% in 2018. De jongste groep ontvangt het zakgeld ook steeds vaker alleen online. Dit percentage steeg van 13% naar 17%.
De leeftijdsgroep van 12 tot en met 14 jaar werd in 2018 niet onderzocht, maar ontvangt het zakgeld in 2023 overwegend online (67%). Hoe ouder de kinderen, hoe vaker het zakgeld dus digitaal wordt gegeven.
93% van de ouders geeft in 2023 regelmatig zakgeld aan hun kinderen. Kinderen krijgen hun geld niet alleen steeds vaker op hun bankrekening gestort, maar ontvangen ook steeds hogere bedragen.
Zo kregen 8-jarigen in 2018 nog tussen de € 1,00 en € 2,00 per week en is dit nu € 1,90 tot € 2,80 per week. 12-jarigen ontvingen daarnaast in 2018 nog gemiddeld € 2,30 tot € 3,00 per week. In 2023 is dit maar liefst € 2,60 tot € 4,70 per week.
Iets meer dan de helft van de kinderen heeft een eigen bankrekening waar ze zelf bij kunnen. Slechts 55% heeft daarnaast een eigen spaarrekening, waar ze al dan niet zelf toegang toe hebben. Volgens het Nibud is sparen op een spaarrekening echter makkelijker en overzichtelijker dankzij spaarpotjes die ouders en kinderen kunnen aanmaken. Het advies is daarom om een betaal- en spaarrekening samen te openen.
Niet alle kinderen met een eigen bankrekening gebruiken ook een bankapp. Volgens Michiel Kwaaitaal, hoofd betalingsverkeer bij Rabobank, is het echter goed om op jonge leeftijd een bankapp te gebruiken. Kinderen kunnen daar hun saldo en bij- en afschrijvingen in de gaten houden, terwijl ouders met hun eigen bankapp kunnen meekijken.
Kwaaitaal vindt dan ook dat de beste manier om te leren omgaan met geld is door zelf ervaring op te doen. Kinderen kunnen volgens hem op allerlei verschillende manieren vertrouwd worden met geld, bijvoorbeeld door zelf te sparen voor iets dat ze graag willen hebben of door zelf iets te pinnen.
Het onderzoek toont bovendien aan dat kinderen die zakgeld krijgen, meer met geld bezig zijn dan kinderen die dat niet krijgen. Daardoor ontwikkelingen ze meer financiële vaardigheden. ‘Voor omgaan met geld geldt echt dat jong geleerd oud gedaan is’, zegt Arjan Vliegenthart, directeur van het Nibud. ‘Zodra kinderen een bankrekening hebbe, is het belangrijk om zo gauw mogelijk vertrouwd te raken met alles wat daarbij hoort.’ Het Nibud concludeert dat zakgeld daarbij een cruciale rol speelt.
Ouders hebben in 2023 minder vertrouwen dat hun kinderen veilig met hun eigen pinpas en pincode omgaan dan vijf jaar geleden. In 2018 was 72% er nog zeker van dat hun kinderen tot 12 jaar niemand lieten meekijken bij het intoetsen van de pincode, terwijl dat in 2023 is gedaald naar 57%. Vliegenthart benadrukt dat het belangrijk is om deze en de inlogcode van je bankapp geheim te houden.
Hoewel ouders zich daarnaast bewust zijn van oplichtingspraktijken als phishing en skimmen, praten de meeste daar niet over met hun kinderen. Ook praten ze volgens het Nibud te weinig over reclames die kinderen op sociale media zijn. ‘Erover praten helpt om het te leren herkennen en het te kunnen negeren’, aldus Vliegenthart.
Het onderzoek toont aan dat vrijwel alle ouders het belangrijk vinden om hun kinderen financieel op te voeden. Ze willen hun kinderen leren hoe het is om rond te moeten komen met een beperkt budget en doen dat door het geven van zakgeld. Bovendien praten bijna alle ouders met hun kinderen over geld, maar niet alle onderwerpen worden dus even goed en vaak besproken.
‘Bij digitaal geldverkeer komt best veel kijken als je je kinderen financieel wegwijs wilt maken’, zegt Vliegenthart. ‘Hoe werkt een bankrekening en hoe betaal je digitaal, maar ook risico’s en financiële weerbaarheid horen daarbij.’ Volgens hem wordt er op allerlei manieren aan het geld van jongeren getrokken. ‘Praten over geld en geldzaken is daarom belangrijker dan ooit.’
Milou Ros is werkzaam als financieel tekstschrijver. Zij schrijft teksten voor verschillende websites in de financiële dienstverlening en heeft een Bachelor Journalistiek van Hogeschool Windesheim te Zwolle behaald.
Geef een reactie