Boze beleggers stappen naar de rechter om de belastingaanslag. Het rendement van het afgelopen jaar komt niet in de buurt van het fictieve rendement van de Belastingdienst. Beleggers steken daar nu een stokje voor.
De Belastingdienst werkt met een fictief rendement voor de vermogensrendementsheffing op beleggingen. Net als een lange tijd gold voor spaarders en spaartegoeden. De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) en beleggers stellen dat dit een oneerlijke regeling is die hen geld kost.
De Belastingdienst heeft het fictieve rendement van 2022 vastgesteld op 5,53%. Dit is een optelsom van vastgoed, aandelen en obligaties. Over dat rendement moeten beleggers 30% aan vermogensrendementsheffing betalen.
De VEB stelt dat dit fictieve rendement niet overeenkomt met het resultaat dat beleggers daadwerkelijk hebben behaald in 2022. Uit onderzoek van de Nederlandsche Bank blijkt volgens de VEB juist dat beleggers er slecht voorstonden. Het zou om een vermogensverlies van 14% gaan. ‘Het vermogen is dus gedaald en dan moeten ze ook nog eens belasting betalen over een niet bestaand rendement’, vertelt Gerben Everts, directeur van de VEB, over de beleggers.
De VEB vindt het oneerlijk dat beleggers zo veel moeten betalen en schat dat 300.000 tot 500.000 beleggers erdoor gedupeerd worden. De vereniging onderneemt daarom actie en is daarvoor op zoek naar beleggers voor proefprocessen tegen de vermogensrendementsheffing. Op deze manier wil de belangenbehartiger een aantal verschillende situaties voor kunnen leggen aan de rechter.
Everts verduidelijkt dat de huidige regeling kwetsbare mensen treft. ‘We hebben het over mensen die beleggen voor hun pensioen, of bijvoorbeeld zzp’ers die een buffer moeten opbouwen voor slappe tijden’, zegt hij. ‘Het is niet eerlijk om hen de rekening te laten betalen voor de compensatie van de spaarders.’ De uitspraak gaat dus niet over miljonairs.
Met deze proefprocessen hoopt de VEB dat beleggers alleen over het daadwerkelijk behaalde rendement belasting hoeven te betalen. ‘Dat is eerlijk. En dat kan ook’, stelt directeur Everts. In Europa wordt alleen in Nederland en Liechtenstein met een fictief rendement gewerkt. Andere Europese landen heffen alleen belasting over het daadwerkelijke rendement.
Joost Schmets van de VEB geeft andere mogelijkheden: ‘Dat de systematiek van het rendement wordt aangepast bijvoorbeeld. Of dat mensen zelf mogen opgeven welke beleggingen ze hebben.’ Ook kan er specifieker worden gekeken naar het soort beleggingen dat de Nederlandse huishoudens hebben. ‘Het is echt niet zo dat beleggers geen belasting willen betalen’, benadrukt Schmets. ‘Maar als je een rendement vaststelt dat dusdanig afwijkt van de realiteit, is er iets mis.’
De directe aanleiding voor de actie van de belangenbehartiger is de uitspraak voor spaarders in december 2021. ‘Zij hebben jaren een belastingaanslag gehad voor een fictief rendement dat veel te hoog was’, vertelt Schmets. Wanneer de spaarrente nul of negatief was, moesten spaarders toentertijd door een fictief rendement nog steeds 1,2% belasting betalen over hun spaartegoed boven de belastingvrije voet.
De Hoge Raad oordeelde dat deze spaartaks een vorm van diefstal was. Voor spaargeld rekent de fiscus daarom nu met een fictief rendement van 0%. Hierdoor komt er veel minder belastinginkomst binnen. Om het belastinginkomen op peil te houden, worden beleggers nu zwaarder belast.
Milou Ros is werkzaam als financieel tekstschrijver. Zij schrijft teksten voor verschillende websites in de financiële dienstverlening en heeft een Bachelor Journalistiek van Hogeschool Windesheim te Zwolle behaald.
Geef een reactie