Ouders kunnen niet alleen sparen voor zichzelf, maar ook voor hun kinderen. Bijvoorbeeld om een dure studie te kunnen betalen of als financieel steuntje in de rug als ze uit huis gaan. Sparen levert echter niet altijd veel geld op. Ouders kunnen daarom ook naar een alternatief kijken: beleggen voor hun kind. Wat is het verschil en hoe werkt dit precies?
Sparen is geld opzij zetten voor later. Dat kan op verschillende manieren. Banken bieden diverse spaarproducten aan, zoals een speciale kinderspaarrekening en spaardeposito’s. De ouders zetten bijvoorbeeld elke maand een vast bedrag op de spaarrekening. Dat bedrag blijft gewoon staan. Bij een hoge spaarrente wordt de spaarpot meer, bij een lage spaarrente blijft het bedrag nagenoeg hetzelfde.
Sparen is relatief veilig. Het geld staat bij de bank en gaat niet zomaar verloren. Of de rente nu omhoog of omlaag gaat, het spaargeld blijft staan. Bovendien vallen de traditionele Nederlandse banken onder het depositogarantiestelsel. Mocht de bank failliet gaan, zijn alle klanten tot € 100.000 per rekeninghouder per bank beschermd.
Beleggen werkt anders. Bij beleggen stoppen de ouders het geld in beleggingsproducten, zoals aandelen en obligaties. Als deze beleggingsproducten meer waard worden, wordt het ingelegde geld ook meer waard. Andersom komt ook voor: als er sprake is van een koersdaling, gaat de waarde omlaag.
Anders dan bij sparen kunnen ouders bij beleggen ook verlies maken. Het rendement valt tegen of (een deel) van de inleg gaat verloren. Daar staat de kans op een hoger rendement tegenover.
Over het algemeen geldt: hoe hoger het rendement, hoe hoger het risico. Sparen geeft zekerheid. Het geld staat veilig bij de bank. Hierdoor is niet alleen het risico laag, maar vaak ook het rendement. Met beleggen daarentegen nemen de ouders meer risico. De koers kan omhoog én omlaag gaan. Omdat het risico groter is, kan beleggen meer opleveren dan sparen. Dit biedt echter geen garanties. Niemand weet hoe de beurs zich ontwikkelt.
Bij beleggen speelt bovendien tijd een belangrijke rol. Dit heet de beleggingshorizon. Hoe langer de beleggingshorizon, hoe lager het risico. Beurzen gaan altijd op en neer. Wie langer de tijd heeft, kan een koersdaling uitzitten. Is het geld bijvoorbeeld pas over 18 jaar nodig? Dan is een crisis nu niet gelijk een ramp. Over 18 jaar kan de koers er immers weer heel anders uitzien.
Daarnaast is er nog een andere belangrijke factor: de inflatie. Door een lage spaarrente en een hoge inflatie wordt spaargeld steeds iets minder waard. Dat is een veelgenoemde reden waarom ouders kiezen voor beleggen in plaats van sparen.
Beleggen of sparen voor een kind kan op naam van het kind of op eigen naam. De ouders maken deze keuze. Het is handig om daar de tijd voor te nemen. Deze keuze gaat namelijk gepaard met verschillen in de voorwaarden, belastingen en controle.
Wie belegt of spaart op eigen naam voor zijn kind, is en blijft eigenaar van het gespaarde geld. Ook als het kind 18 jaar wordt. Pas op het moment dat de ouders het geld aan het kind geven, krijgt het kind het geld. Geven de ouders het gespaarde bedrag in één keer? Dan wordt over het gehele bedrag schenkbelasting gerekend.
Wanneer de ouders sparen of beleggen op naam van het kind, zijn de ouder tot de 18e verjaardag beheerder van het geld. Zodra het kind 18 jaar wordt, is hij of zij de baas. Door op rekening van het kind te sparen of beleggen, schenken de ouders tijdens het inleggen al meteen. Blijven de ouders onder de schenkingsvrijstelling? Dan kan er bespaard worden op belastingen.
In de onderstaande tabel staat de hoogte van de schenkingsvrijstelling per jaar aangegeven. Het gaat om een schenking van de ouder(s) aan het kind.
Jaar | Bestedingsdoel | Belastingvrij bedrag |
---|---|---|
2024 | Mag het kind zelf bepalen | €6.633 |
2023 | Mag het kind zelf bepalen | €6.035 |
2022 | Mag het kind zelf bepalen | €5.677 |
2021 | Mag het kind zelf bepalen | €6.604 |
2020 | Mag het kind zelf bepalen | €5.515 |
Beginnen met beleggen is een grote stap. Beleggen gaat namelijk altijd gepaard met risico’s. Sparen biedt daarentegen meer zekerheid. Maar het één sluit het ander niet uit. Het is mogelijk om sparen en beleggen te combineren. Bijvoorbeeld omdat de ouders niet het risico willen nemen om de hele spaarpot te beleggen. Door te sparen én te beleggen wordt de zekerheid van sparen met de kans op meer rendement van beleggen gecombineerd. De keuze tussen sparen, beleggen of een combinatie is en blijft een persoonlijke afweging. Het vergelijken van spaarrekeningen en beleggingsrekeningen helpt daarbij.