Het zal niemand ontgaan zijn: de spaarrentes worden steeds verder verlaagd. Op dit moment spreken we van een historisch dieptepunt. Waar elke spaarder vroeger aan het eind van het jaar een leuk bedrag aan rente kon bijschrijven, geldt bij veel banken inmiddels een negatieve rente. De grens ligt tot dusver bij de €100.000, maar banken sluiten een volgende stap niet uit. Veel mensen vragen zich dan ook af of zij straks ook rente moeten betalen over hun spaargeld, en welke alternatieven er zijn.
Bij een positieve rente keert de bank een vergoeding (= de spaarrente) uit over het spaargeld. Maar geldt er een negatieve rente? Dan is het andersom. Dat wil zeggen, iedere spaarder betaalt in dat geval de bank een vergoeding (= de negatieve spaarrente) om zijn of haar spaargeld bij te bank te mogen stallen. Oftewel: sparen gaat geld kosten in plaats van opleveren. We spreken van een negatieve spaarrente als de rentevoet op sparen onder de nul zakt.
Echter, er geldt al een negatieve rente als de inflatie hoger is dan de spaarrente. Dit werkt zo:
Bij een nominale negatieve rente is de marktrente negatief. Bij een reële negatieve rente hoeft de marktrente niet negatief te zijn, maar is de opbrengst op sparen negatief als gevolg van het inflatiepercentage. In de praktijk is er dus al sprake van een negatieve spaarrente als de inflatie hoger is.
De lage spaarrentes zijn het gevolg van het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB houdt de rente al een lange tijd extreem laag om mensen te stimuleren geld uit te geven, te lenen en te investeren in plaats van te sparen. Dit is goed voor de economie. Als gevolg hiervan moeten Europese banken de ECB een boeterente betalen om hun geld bij de ECB te stallen. Het bewaren van het spaargeld van hun klanten kost de banken daardoor geld. Ze zeggen zelfs dat ze hier verlies op maken. Daarom willen de banken deze extra kosten doorberekenen aan hun klanten, die daardoor te maken krijgen met een extreem lage of zelfs negatieve spaarrente.
De rente op spaarrekeningen komt niet meer boven de 0,3% uit. Bij een aantal banken, waaronder de ABN AMRO, staat de spaarrente al een tijd op de 0%. Vermogende klanten die meer dan een ton op hun spaarrekening hebben, krijgen al te maken met een negatieve rente en moeten dus betalen om te kunnen sparen. Klanten met een saldo tot €100.000 hoeven (nog) niks te betalen, maar dit is geen garantie voor de toekomst. Op 8 januari 2021 gaf de Rabobank als eerste aan geen garanties meer te kunnen geven.
Ook huizenkopers krijgen te maken met een negatieve rente. Wordt er een huis gekocht? Dan stort de bank de koopsom of waardborgsom vaak eerst op een derdenrekening van de notaris. Op deze rekening staan ook bedragen van andere kopers. Als gevolg hiervan kan het saldo boven de grens uitkomen, en moet de notaris een negatieve rente aan de bank betalen. Deze extra kosten worden doorberekend aan de klant.
De Consumentbond heeft onderzocht wat spaarders zouden doen bij een negatieve spaarrente. Het merendeel (23%) gaf aan over te stappen naar een bank die nog wel wat rente geeft. Ook gaf een deel van de ondervraagden (20%) aan om het spaargeld van de bank te halen en thuis te bewaren. Ondanks het grote risico op verlies of diefstal, gaven zij aan dit risico te willen nemen zodra ze moeten betalen om te sparen. Andere alternatieven die werden genoemd zijn: beleggen, spaardeposito’s, hypotheek aflossen en investeren om het huis energiezuiniger te maken. Ongeveer 16% van de mensen gaf aan niets te doen bij een negatieve spaarrente.
Banken sluiten een negatieve rente over vermogens onder de €100.000 niet uit. De Consumentenbond vindt dit een zorgelijke en erg ongewenste situatie. Daarom hebben zij aan de bel getrokken bij de overheid. In een brandbrief aan minister Hoekstra van Financiën vraagt de Consumentenbond om een wettelijk verbod op negatieve spaarrentes tot (in ieder geval) een bedrag van €100.000.
Vanaf begin dit jaar kregen veel meer vermogende spaarders te maken met een negatieve spaarrente. Zowel de ING als de Rabobank verlaagden de grens van 1 miljoen naar €250.000. Bij ABN Amro ligt de grens tot dusver bij de €500.000. Echter, banken kunnen niet garanderen dat de spaarrente tot €100.000 niet lager zakt dan 0%.
Onderzoek wijst uit dat weinig spaarders er nog vertrouwen in hebben. Ook De Nederlandse Bank (DNB) vermeldde in het jaarverslag 2020 dat we maar moeten wennen aan de lage rente. Vrijwel alle banken hebben de voorwaarden aangepast, waardoor zij een negatieve rente kunnen gaan rekenen. Of dit juridisch ook kan, is nog maar de vraag. Op dit moment ligt de bal bij de politiek en is het afwachten of en hoe zij gaan ingrijpen.
Saskia Oegema is werkzaam als financieel tekstschrijver. Zij onderzoekt en schrijft voor verschillende websites in de financiële dienstverlening. Zowel haar Bachelor Bedrijfseconomie als haar Master in Economics – met als specialisatie Corporate Finance and Control – heeft ze behaald aan de Radboud Universiteit van Nijmegen.
Geef een reactie