Onlangs kwam het nieuws naar buiten dat ABN Amro kosten gaat rekenen voor het opnemen van contant geld. Daarbij kwam het bericht van Rabobank over de wijziging per 1 september 2021 van de tarieven voor het opnemen en storten van contant geld. Zo gaan Rabobank klanten onder andere per opname €0,75 betalen wanneer zij geld pinnen bij een andere geldautomaat dan die van Geldmaat of Rabobank. Banken willen hiermee het gebruik van contant geld ontmoedigen. Maar neemt het gebruik van cash daadwerkelijk af? Of blijft het vertrouwen in contant geld?
Uit onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) blijkt dat de ruime meerderheid van de ondervraagden verwacht te blijven betalen met contant geld. 76% van de 1.000 Nederlanders gaf aan over vijf jaar nog steeds met cash te betalen. Al verwacht 42% van hen dat dit wel minder wordt. Slechts 4% denkt juist meer met contant geld te gaan betalen. Ondanks dat elektronisch betalen steeds makkelijker wordt, hebben verreweg de meeste mensen cashgeld in hun portemonnee. Dit sluit aan bij het advies van DNB om voor noodgevallen altijd wat contant geld aan te houden. Al neemt het percentage Nederlanders met bankbiljetten en munten in de portemonnee wel af.
Ondanks dat het vertrouwen in contant geld blijft, willen banken cashgeld ontmoedigen. Zij zien vooral de risico’s en kosten. Zo gaat het gebruik van grote sommen contant geld vaak samen met illegale praktijken als witwassen en fraude, aldus de Rabobank. Om deze criminele activiteiten te bestrijden, wordt het aannemen en uitgeven van contant geld voor banken steeds duurder. Een deel van deze kosten zal worden doorberekend aan de klanten, waardoor de tarieven voor het pinnen en storten van contant geld omhoog gaan.
Volgens de Consumentenbond is het rekenen van extra kosten voor het pinnen van contant geld alles behalve wenselijk. De Consumentenbond heeft zich dan ook fel uitgesproken tegen het plan van ABN Amro. In eerste plaats omdat cashgeld voor iedereen vrij toegankelijk moet zijn. Maar dat is niet het enige. We vertrouwen steeds meer op de digitale omgeving. Maar wat nu als het betalingsverkeer uitvalt? Contant geld is een belangrijke back-up.
Door met cashgeld te betalen, zijn mensen veel bewuster van hun uitgave. Bij pinnen is dit een stuk minder. De uitgave is niet direct in de portemonnee te voelen. Daarom helpt contant geld mensen inzicht te krijgen in hun uitgaven. Een grote groep Nederlanders pint bijvoorbeeld leefgeld. Zo kunnen zij precies zien hoeveel ze te besteden hebben. Is het op? Dan is het ook echt op. Bij een digitale rekening is er meestal extra bestedingsruimte door de optie rood staan. Dit werkt het maken van schulden in de hand. Volgens het Nibud is het rekenen van kosten voor het pinnen van cashgeld dan ook een slechte zaak.
Zowel de Consumentenbond als het Nibud en De Nederlandsche Bank vinden dat banken het gebruik van contant geld niet mogen sturen. Consumenten moeten altijd zelf de keuze hebben. Zij bepalen uiteindelijk of en in welk tempo het gebruik van cash afneemt.
Saskia Oegema is werkzaam als financieel tekstschrijver. Zij onderzoekt en schrijft voor verschillende websites in de financiële dienstverlening. Zowel haar Bachelor Bedrijfseconomie als haar Master in Economics – met als specialisatie Corporate Finance and Control – heeft ze behaald aan de Radboud Universiteit van Nijmegen.
Geef een reactie