Jaren bleef de hypotheekrente maar dalen. Tot een historisch dieptepunt. Maar sinds een paar maanden zijn sommige rentes weer aan het stijgen. Sinds oktober vorig jaar is de hypotheekrente verdubbeld. De verwachting is dat deze opmars doorzet, omdat van oudsher centrale banken een (te) hoge inflatie proberen af te remmen door de rente te verhogen.
De VS is daar al volop mee bezig. Het belangrijkste rentetarief van de Federal Reserve (Fed) is met 0,5% verhoogd. Dit is de grootste rentestijging sinds 2000. Hiermee probeert de Fed de hoge inflatie te bestrijden. En dat is hard nodig, want in 40 jaar tijd stegen de prijzen in de VS niet zo hard als nu.
Ook in Nederland zitten sommige rentes in de lift. Zo is de hypotheekrente binnen korte tijd weer terug op het niveau van 2015. De hypotheekrente met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) voor 10 jaar vast was eind vorig jaar zo’n 1%. Nu is het percentage bijna 2 keer zo hoog. Ook de rente voor 20 en 30 jaar vast liggen inmiddels boven de 3%.
De verdubbeling van de hypotheekrente heeft een aantal oorzaken. Als eerste is dit de inflatie. In april was de inflatie 9,6%. Daarnaast speelt de oorlog in Oekraïne mee. Door deze spanningen zijn de risicopremies op de financiële markten toegenomen, wat leidt tot een hoger rentepercentage.
Een verdubbeling lijkt heel veel. Toch is de hypotheekrente historisch gezien nog steeds erg laag. Dat neemt niet weg dat de maandlasten voor veel mensen in rap tempo stijgen. Ook kunnen huizenkopers minder lenen dan voorheen. Zo kan er met een inkomen van 2 keer modaal nu €20.000 minder geleend worden.
Hypotheekrentes lopen flink op. Maar banken betalen vooralsnog niet tot nauwelijks rente over spaargeld. Ook is de negatieve rente vanaf een bepaald saldo nog geen verleden tijd. Dat komt omdat er geen sprake is van één rente. Dé rente bestaat niet. De hypotheekrente en spaarrente komen bijvoorbeeld op verschillende manieren tot stand. Daarom zit daar een verschil in.
De spaarrente, die banken geven, wordt vooral bepaald door de officiële rente van de centrale banken, zoals de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB houdt deze officiële tarieven nog steeds erg laag. Dit doet de centrale bank om de economie te stimuleren. Bovendien moeten banken de ECB rente betalen om daar hun geld te mogen stallen. Dit kost de bank -0,5%, en wordt doorberekend aan de klanten.
De hypotheekrente hangt daarentegen voor een groot deel samen met de marktrente van leningen met een langere looptijd. Dit is bijvoorbeeld de rente die bedrijven betalen voor een lening. Of de rente die de overheid betaalt om geld te lenen.
De Fed – de overkoepeling van centrale banken in de VS – is bezig om de officiële tarieven langzaam te verhogen. Ook de ECB komt steeds dichterbij een renteverhoging. Vooral omdat de zorgen over de hoge inflatie toenemen. Zo is er steeds meer steun voor een eerste verhoging van de officiële tarieven in juli dit jaar. Vanaf dan stijgt de rente voor banken die overtollig geld stallen bij de ECB mogelijk van -0,5% naar -0,25%. Na de zomer volgt er waarschijnlijk opnieuw een renteverhoging, naar de 0%
Daarnaast wordt het opkoopprogramma van staats- en bedrijfsobligaties afgerond. Het opkopen van deze obligaties drukt de rentes op de kapitaalmarkt. Door dit programma te beëindigen, wordt er een extra renteverhoging op de financiële markten verwacht.
Een hogere rente zou de economie moet afremmen. Lenen wordt duurder en sparen aantrekkelijker. Dit dempt mogelijk de consumptie, en daarmee de prijsstijgingen. De ECB richt zich vooral op de verwachte inflatie in de toekomst. Deze moet uitkomen op 2% binnen een periode van 2 jaar.
Saskia Oegema is werkzaam als financieel tekstschrijver. Zij onderzoekt en schrijft voor verschillende websites in de financiële dienstverlening. Zowel haar Bachelor Bedrijfseconomie als haar Master in Economics – met als specialisatie Corporate Finance and Control – heeft ze behaald aan de Radboud Universiteit van Nijmegen.
Geef een reactie