“Sparen tegen een laag rendement heeft geen zin”, zeggen mensen vaak. Door de zeer lage spaarrente is dit standpunt voor te stellen, maar toch kan niemand zonder spaargeld. Vandaag of op korte termijn is er namelijk geld nodig voor kostbare uitgaven. Het sparen levert weinig op, maar het niet sparen gaat op lange termijn veel geld kosten. Iemand die geen spaargeld heeft, moet uiteindelijk tegen een hoge rente lenen.
Het idee achter sparen is om rendement te maken, mede ook om de inflatie van het geld te compenseren. Door inflatie kan er steeds minder worden gekocht voor de euro’s. Met een zeer lage spaarrente daalt de koopkracht van spaarders. Toch is de daling van de koopkracht geen reden om geld uit te geven. Geld consumeren is namelijk een zeer slechte investering.
Het sparen zorgt voor een financieel vangnet. Het gaat een huishouden namelijk niet iedere maand lukken om alle kosten te dragen met het maandelijkse inkomen. In één maand kan de auto defect gaan en dan gaat ook nog de wasmachine stuk. In de zomer moet er ook voldoende geld beschikbaar zijn voor een vakantie. Het niet achter de hand hebben van geld vraagt om problemen.
Een alternatief voor het sparen op een direct opneembare spaarrekening, is het geld voor een langere periode vastzetten in een deposito. Met een deposito wordt het geld bijvoorbeeld voor 1 jaar of voor 10 jaar vastgezet bij een bank. Helaas is dit niet de oplossing tegen een lage rente. Ook met een spaardeposito is de rentevergoeding erg laag. Bij SNS levert een deposito met een looptijd van 1 jaar een spaarrente op van 0,01%. Gedurende het jaar staat het geld vast, waar een zeer kleine vergoeding van de bank tegenover staat.
Voor een hoger rendement kan worden gekozen voor het beleggen in plaats van sparen. Toch is het geen volwaardige vervanging. Door het depositogarantiestelsel is spaargeld dat bij banken staat gegarandeerd. Bij een faillissement van de bank hebben spaarders een garantie van €100.000 per rekeninghouder. Deze garantie is er niet bij het beleggen.
Een ander groot nadeel van het beleggen is dat er een kans is op een hoger rendement, maar het kan ook een negatief rendement zijn. In dat geval daalt het vermogen. De waarde van beleggingen schommelt. Als het financieel noodzakelijk is, moeten beleggingen verkocht worden. Het moment van verkoop kan net een moment zijn dat de waarde van de beleggingen in een dip zit.
Veel Nederlanders zijn huiverig om goed te sparen, omdat de Belastingdienst belasting heft over vermogen, en dus ook over spaargeld. Belasting betalen vindt niemand leuk, maar gelukkig valt de belastingheffing voor de meeste Nederlanders mee. De eerste €57.000 van het vermogen is belastingvrij. Partners hebben gezamenlijk recht op een vrijstelling van €114.000. Over het meerdere tot €114.000 bedraagt de heffing 0,56%. Voor hogere bedragen geldt er een zwaardere heffing. Partners hebben bijvoorbeeld samen een vermogen van €137.700. De vrijstelling bedraagt €114.000. Over de rest (€23.700) betalen de partners €132 per jaar aan belasting. De heffing betalen is zonde, maar geen reden om het geld uit te geven om een heffing te voorkomen.
Al 25 jaar is Juul Dijkhuis actief in de financiële dienstverlening. In eerste instantie in de advisering, maar nu zet hij zijn kennis om in woorden. Er wordt vaak ingewikkeld gedaan over geldzaken, maar met een goede uitleg is het echt niet zo lastig. Juul schrijft regelmatig interessante blogs voor de vergelijkingssite Bank.nl.
Geef een reactie