Banken, Betaalvereniging Nederland en andere instanties werken intensiever samen om fraude in het betalingsverkeer tegen te gaan. Toch vinden criminelen steeds weer nieuwe manieren om consumenten en bedrijven geld afhandig te maken. Zo blijkt uit cijfers van de Betaalvereniging.
Waar het in 2019 nog ging om een totale schade van €16,6 miljoen, stond de teller in 2020 op €49,1 miljoen. Deze sterke stijging kwam vooral door telefonische spoofing. Een nieuwkomer van oplichters, waarbij wordt ingespeeld op het vertrouwen van de klant.
Oplichters hebben verschillende manieren om fraude te plegen. De meest bekende is de phishing mail of sms. Hiermee proberen de oplichters inloggegevens en pincodes te achterhalen van klanten. Of vragen zij om de betaalpas op te sturen. Zodra de fraudeurs de gegevens in handen hebben, hebben ze toegang tot de bankrekening.
Daarnaast doen oplichters zich vaak voor als bekende van het slachtoffer. Dit heet ook wel hulpvraagoplichting.
In 2020 kwam daar een nieuwe methode bij: nummerspoofing. Of kortweg: spoofing. Oplichters bellen vanaf een bestaand telefoonnummer van de eigen bank. Hiermee wekken zij de indruk dat een echte medewerker van de bank belt. Spoofing betekent letterlijk nabootsen of namaken. Dit kan ook via een sms.
Creditcardfraude komt in Nederland relatief weinig voor. Dat komt omdat iDeal nog altijd de meest gebruikte betaalmethode is voor online aankopen.
In onderstaande diagrammen staat de verdeling van de totale schade door fraude in het betalingsverkeer van 2019 en 2020.
In 2019 was de totale schade €16,6 miljoen. Het grootste deel was het gevolg van phishing met €7,94 miljoen. De schade door pinpasfraude en online creditcardfraude was respectievelijk €6,61 miljoen en €2,08 miljoen.
In 2020 bedroeg de totale schade een stuk meer. Namelijk €49,1 miljoen. De fraudesoort met de meeste schade was verreweg nummerspoofing met €26,7 miljoen. De schade van phishing nam ten opzichte van 2019 ook toe naar een totaal van €12,8 miljoen. Pinpasfraude nam af en was in 2020 totaal €5,85 miljoen. En de online creditcardfraude had een totaal van €3,79 miljoen.
Betaalvereniging Nederland noemt een aantal oorzaken voor de hoge fraudeschade in het betalingsverkeer van 2020. Als eerste is dit omdat er door corona veel meer zaken online afspelen. Zoals online winkelen en online contact houden met vrienden, bedrijven en instanties. Potentiële slachtoffers zijn daardoor online makkelijker te bereiken. En daar spelen oplichters op in.
Daarnaast worden valse berichten steeds “echter” en “professioneler”. Taal- en opmaakfouten komen steeds minder voor. Dankzij de vele persoonsgegevens die online te vinden zijn, kunnen oplichters hun potentiële slachtoffers steeds overtuigender bedriegen. Ze doen zich bijvoorbeeld voor als een familielid in geldnood.
Maar liefst 54% van de totale fraude in het bancaire betalingsverkeer kwam in 2020 door spoofing. Ook wel bankhelpdeskoplichting genoemd. In 2019 kwam deze vorm van oplichting nog nauwelijks voor. De opmars van spoofing is dan ook een grote zorg voor zowel banken als de overheid. Daarom gaan opsporingsdiensten, ministeries, de telecomsector, internetbedrijven, betaalinstellingen en Nederlandse banken nauwer samenwerken tegen deze vorm van cybercriminaliteit.
De integrale aanpak houdt in dat verschillende instanties makkelijker informatie met elkaar kunnen uitwisselen. Hierbij ligt de focus niet alleen op fraudepreventie. Maar wordt er ook meer werk gemaakt van de opsporing en vervolging van de daders.
Banken kunnen helaas zelf niet voorkomen dat oplichters hun telefoonnummer nabootsen. Door misbruik te maken van het mobiele telefoonnetwerk kunnen oplichters alle telefoonnummers namaken. Een bank zal nooit om gegevens vragen. Via mail, sms, telefoon of wat voor manier dan ook. Een “medewerker” die vraagt om de pincode is dus altijd een oplichter.
Zelf bellen naar het officiële openbare telefoonnummer van de bank is altijd veilig. Spoofing werkt alleen als de oplichters bellen. En niet omgekeerd.
Vanaf 2002 is het mogelijk om aangifte te doen tegen deze fraudeurs. Banken vergoeden de schade als klanten kunnen aantonen dat er sprake is van misbruik en als zij aangifte hebben gedaan. Dit geldt voor zowel phishing, pinpasfraude, creditcardfraude en spoofing. Wanneer de klant zelf grof nalatig is geweest, vergoedt de bank niks.
Bovendien toetst de bank elke zaak op individueel niveau. Op basis van feiten en omstandigheden besluit de bank om wel of niet tot een vergoeding over te gaan.
Saskia Oegema is werkzaam als financieel tekstschrijver. Zij onderzoekt en schrijft voor verschillende websites in de financiële dienstverlening. Zowel haar Bachelor Bedrijfseconomie als haar Master in Economics – met als specialisatie Corporate Finance and Control – heeft ze behaald aan de Radboud Universiteit van Nijmegen.
Geef een reactie