Bank.nl geeft informatie en vergelijkt bankproducten in Nederland. Let op: Wij zijn geen financiële instelling of bank.

Belastingvrij sparen in 2024: hoeveel sparen zonder belasting te betalen?

Laatst bijgewerkt op: 27 maart 2024

Saskia Oegema is werkzaam als financieel tekstschrijver. Zij onderzoekt en schrijft voor verschillende websites in de financiële dienstverlening. Zowel haar Bachelor Bedrijfseconomie als haar Master in Economics - met als specialisatie Corporate Finance and Control - heeft ze behaald aan de Radboud Universiteit van Nijmegen.

https://nl.linkedin.com/in/saskiaoegema
Leestijd: 4 minuten

Het hebben van spaargeld is erg handig. Bijvoorbeeld als buffer of voor een vakantie. Iedereen bepaalt zelf hoeveel hij of zij spaart. Maar vanaf een bepaald bedrag aan spaargeld komt de Belastingdienst aankloppen.

In 2024 mag iedereen € 57.000 (zonder fiscaal partner) of € 114.000 (met fiscaal partner) belastingvrij sparen. Wie meer spaargeld heeft dan deze grens, krijgt te maken met vermogensbelasting. Hoe zit dat?

Waarom belasting betalen over spaargeld?

In Nederland zijn verschillende soorten belastingen, waaronder de vermogensbelasting. Vermogensbelasting is de belasting die men betaalt over zijn of haar vermogen.

Vermogen is de optelsom van bezittingen (zoals beleggingen en spaargeld) min schulden. Dit vermogen geeft men op bij de belastingaangifte in box 3. De Belastingdienst berekent hoeveel belasting men moet betalen.

Wat is het heffingsvrij vermogen?

Een deel van het vermogen is vrijgesteld van belasting. Dit heet het heffingsvrij vermogen. Over dit deel hoeft men nooit belasting te betalen.

In 2024 is het heffingsvrij vermogen € 57.000 (zonder fiscaal partner) en € 114.000 (met fiscaal partner). Deze vrijstellingsgrens is voor iedereen gelijk.

Voorbeeld: heffingsvrij vermogen

Wie onder de vrijstellingsgrens blijft, hoeft geen vermogensbelasting te betalen. Het bedrag boven deze grens heet de grondslag sparen en beleggen. Over dit deel betaalt men wél belasting.

Hoe dat werkt, laten we zien met een voorbeeld:

Stel men heeft € 100.000 aan vermogen en geen fiscaal partner. Over het heffingsvrij vermogen (= € 57.000) betaalt men geen belasting. Men betaalt alleen belasting over het deel dat boven het heffingsvrij vermogen (= grondslag sparen en beleggen) uitkomt. Dat is € 100.000 – € 57.000 = € 43.000.

Voor fiscale partners is het heffingsvrij vermogen het dubbele: € 114.000. Als zij € 100.000 aan vermogen hebben, betalen zij geen belasting. Want het heffingsvrij vermogen is hoger (= € 114.000) dan het vermogen (= € 100.000).

Wat is de peildatum?

Wie meer dan € 57.000 (zonder fiscaal partner) of € 114.000 (met fiscaal partner) heeft, dient dit op te geven in box 3 van de belastingaangifte. Het gaat erom hoe hoog het vermogen is op 1 januari van het belastingjaar (= peildatum).

De peildatum voor de belastingaangifte over 2023 is 1 januari 2023. De peildatum voor de belastingaangifte over 2024 is 1 januari 2024.

Als het vermogen op deze datum hoger is dan het heffingsvrij vermogen, betaalt men belasting over het vermogen.

Voorbeeld: peildatum belastingaangifte

Stel men heeft op 1 januari 2024 € 100.000. Dan moet men dat opgeven bij de belastingaangifte. Ook als dat vermogen een paar dagen later een stuk lager is, bijvoorbeeld omdat men een grote aankoop doet.

Andersom: stel men heeft op 1 januari 2024 € 30.000. Dan betaalt men voor dat belastingjaar geen vermogensbelasting. Ook niet als het vermogen later in het jaar flink hoger wordt.

Hoeveel belastingvrij sparen in 2024?

Elk jaar zijn er nieuwe belastingregels. Ook als het gaat om belastingvrij sparen. De grens van het heffingsvrij vermogen gaat bijvoorbeeld elk jaar iets omhoog:

JaarZonder fiscaal partnerMet fiscaal partner
2024€ 57.000€ 114.000
2023€ 57.000€ 114.000
2022€ 50.650€ 101.300
2021€ 50.000€ 100.000
2020€ 30.846€ 61.692
Bron: Belastingdienst

Het heffingsvrij vermogen is in 2024 gelijk aan dat van 2023. Dit houdt in dat iedereen zonder fiscaal partner € 57.000 belastingvrij mag sparen in 2024. Met een fiscaal partner is dat € 114.000. In 2024 kan men dus evenveel belastingvrij sparen als in 2023.

Welke bezittingen en schulden tellen mee?

De Belastingdienst kijkt naar het totale vermogen. Spaargeld valt onder het vermogen. Maar dat is niet het enige. Ook het saldo op een betaalrekening, een tweede woning en beleggingen tellen mee. Het heffingsvrij vermogen geldt dus niet alleen voor spaargeld.

Wie naast spaargeld andere bezittingen heeft, kan daarom minder belastingvrij sparen. Schulden worden daarentegen van het vermogen afgetrokken. Iemand met bijvoorbeeld een studieschuld kan daardoor juist meer belastingvrij sparen. Wel geldt er een drempelbedrag van € 3.700 (zonder fiscaal partner) en € 7.400 (met fiscaal partner).

Op deze pagina staat een overzicht van bezittingen en schulden die meetellen voor het vermogen.

Extra vrijstellingen voor spaargeld

Belastingvrij sparen kan in 2024 tot € 57.000 (zonder fiscaal partner) of € 114.000 (met fiscaal partner). Wie meer belastingvrij wil sparen, kan gebruikmaken van extra vrijstellingen.

Deze vrijstellingen komen bovenop de vrijstellingsgrens van € 57.000 (of € 114.000). Bijvoorbeeld:

Spaargeld op dit soort spaarrekeningen telt niet mee voor het vermogen in box 3. Zo valt het belastbaar vermogen lager uit.

Sparen in het buitenland en belasting betalen

Bank- en spaartegoeden vallen onder het vermogen. Het maakt voor de Belastingdienst niet uit in welk land de bank of financiële instelling is gevestigd. Spaargeld op een buitenlandse spaarrekening telt dus ook mee.

Wie spaart op een buitenlandse spaarrekening, moet dat spaargeld opgeven in box 3. Ook als die tegoeden in een andere valuta zijn. Bovendien wisselen financiële instellingen binnen de Europese Unie, zoals banken, informatie over hun klanten uit. Het niet opgeven van (buitenlandse) bank- en spaartegoeden wordt gezien als fraude.

Spaargeld en toeslagen: hoe zit het?

Een toeslag is een financiële bijdrage van de overheid. In Nederland zijn er vier toeslagen: zorgtoeslag, huurtoeslag, kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag. Om een toeslag te krijgen, moet men aan de voorwaarden voldoen.

Voor zorgtoeslag, huurtoeslag en kindgebonden budget geldt een vermogensgrens. Dat houdt in dat het vermogen niet te hoog mag zijn. Wie meer heeft dan deze grens, heeft geen recht op de toeslag.

In 2024 is de vermogensgrens voor zorgtoeslag en kindgebonden budget € 140.213. Met een toeslagpartner is dat € 177.301. Voor de huurtoeslag ligt de grens op € 36.952. Partners mogen samen € 73.904 hebben. De peildatum is 1 januari 2024.

Meer weten over?