De spaarrente is op dit moment gelijk te stellen met nul. Op termijn komen er weer betere tijden voor de spaarders, maar op dit moment is het achteruit sparen. Dit wordt veroorzaakt door een lage spaarrente, inflatie en door een belastingheffing over spaargeld.
De meeste banken bieden nu een spaarrente aan tussen 0,01% en 0,05%. De rentevergoeding op een saldo van €10.000 bedraagt dus tussen €1 en €5. Over grotere saldo’s (vanaf bijvoorbeeld €250.000) zijn er banken die een rente in rekening brengen bij de spaarder. Door het spreiden van vermogen over meerdere banken is een negatieve spaarrente voor de meeste spaarders nog wel te voorkomen.
De heffing over het vermogen wordt ook wel de vermogensrendementsheffing genoemd. De Belastingdienst heft deze belasting over onder andere spaargeld, belegd vermogen en over een tweede huis. Iedere belastingplichtige heeft een vrijstelling van €50.650 (2022). Over het meerdere heft de Belastingdienst jaarlijks de vermogensrendementsheffing. Met een vermogen tot €101.300 bedraagt de heffing 0,56% over het bedrag boven de vrijstelling. Met hogere vermogens kan de heffing oplopen tot 1,71% (over het vermogen boven €1.012.351). Het is een naar verhouding lage belastingheffing, maar deze is wel ieder jaar weer verschuldigd.
Door inflatie worden goederen en diensten duurder. Een brood kost nu bijvoorbeeld €2,- en volgend jaar is de prijs €2,10. Als de rente op een spaarrekening hoger is dan de inflatie, wordt het effect van de duurdere goederen en diensten opgeheven. Al jaren is de inflatie hoger dan de spaarrente. Hierdoor wordt dus jaarlijks ingeteerd op het vermogen. €10.000 nu heeft minder waarde dan €10.000 vijf jaar geleden.
Volgens het CBS is de inflatie in september 2021 gestegen naar 2,7%. Met een vermogen van €50.000 is er geen vermogensrendementsheffing verschuldigd. Het achteruit sparen blijft in dit geval beperkt tot 2,7% over het spaarvermogen. In de praktijk is het iets minder omdat er toch nog recht bestaat op een kleine rentevergoeding, maar deze is echt klein. Het nadeel bedraagt ongeveer €1.350.
Met een groter spaarvermogen wordt het financieel nadeel groter, want de Belastingdienst wil ook nog een graantje meepikken. Het financieel nadeel valt als volgt uit:
Zolang de spaarrentes dermate laag zijn zoeken Nederlanders massaal naar alternatieven. Volgens het Nibud belegt een kwart van de Nederlanders. Ongeveer 10% van de Nederlanders is onlangs begonnen met het beleggen. Daarnaast overweegt 13% om te gaan beleggen. Door het beleggen is er een kans op een hoger rendement, maar er zijn geen garanties. Het beleggen kan namelijk ook zorgen voor negatieve rendementen.
De ontwikkeling van de spaarrente in 2022 is niet te voorspellen. Er zijn wel verwachtingen uit te spreken. ING-economen verwachten dat de spaarrentes ook in 2022 zeer laag blijven. Spaarders moeten dus nog wachten tot de rendementen de inflatie weer verslaan.
Al 25 jaar is Juul Dijkhuis actief in de financiële dienstverlening. In eerste instantie in de advisering, maar nu zet hij zijn kennis om in woorden. Er wordt vaak ingewikkeld gedaan over geldzaken, maar met een goede uitleg is het echt niet zo lastig. Juul schrijft regelmatig interessante blogs voor de vergelijkingssite Bank.nl.